Gestructureerde educatie voor patiënten met diabetes en hun begeleiders vormt een essentiële pijler in de huidige klinische richtlijnen voor zelfzorg bij diabetesvoeten. Desondanks schiet de praktijk vaak tekort: voorlichting is regelmatig onsystematisch, onvolledig en voornamelijk gericht op kennisoverdracht in plaats van op het aanleren van praktische vaardigheden.
Moderne modellen, zoals het Fragile Feet and Trauma-model, richten zich op het verbeteren van de communicatie over risicofactoren en het bevorderen van zelfzorggedrag. Effectieve educatie sluit aan bij de richtlijnen en maakt gebruik van hedendaagse principes, waaronder het opsplitsen van informatie in behapbare delen, het inzetten van visuele hulpmiddelen, het benadrukken van praktische vaardigheden en het toepassen van de teach-back-methode om te verzekeren dat de patiënt en diens omgeving de informatie goed begrijpen.
Het betrekken van familieleden of mantelzorgers bij de educatie wordt eveneens aanbevolen, aangezien zij een cruciale rol kunnen spelen in het ondersteunen van de patiënt bij het naleven van zelfzorgmaatregelen. Door deze benadering kan de effectiviteit van de educatie worden vergroot en kunnen complicaties zoals voetulcera beter worden voorkomen.
COM-B model (Michie et al. 2011)
Hoewel educatie essentieel is, is het vaak niet voldoende om therapietrouw te garanderen. Zorgverleners moeten rekening houden met de voorkeuren van de patiënt, zoals de stijl van schoeisel, en interventies afstemmen op individuele risicoprofielen en activiteitenniveaus. Het COM-B model biedt een nuttig kader voor het begrijpen van therapietrouwgedrag (Michie et al) 2011),
Het COM-B model is een gedragsmodel dat is ontwikkeld door de Britse gedragswetenschappers Susan Michie en Robert West. Het model helpt bij het begrijpen en beïnvloeden van gedrag door drie essentiële factoren te identificeren die nodig zijn voor het uitvoeren van een bepaald gedrag:
Capability (Bekwaamheid): Dit verwijst naar de fysieke en psychologische capaciteiten van een persoon om een bepaald gedrag uit te voeren. Het omvat zowel fysieke vaardigheden als mentale vermogens, zoals kennis en cognitieve vaardigheden.
Opportunity (Gelegenheid): Dit zijn de externe factoren die het gedrag mogelijk maken of belemmeren. Het omvat zowel fysieke omgevingsfactoren (zoals beschikbare middelen of infrastructuur) als sociale invloeden (zoals culturele normen of sociale steun).
Motivation (Motivatie): Dit betreft de interne processen die het gedrag aansturen. Motivatie kan bewust zijn, zoals intenties en doelen, maar ook automatisch, zoals gewoonten en emotionele reacties.
Voortbouwend op deze principes heeft het consortium internationale richtlijnen en publicaties beoordeeld om een uitgebreide gestructureerde aanpak voor educatie en gedragsinterventie te ontwikkelen. Deze aanpak integreert op bewijs gebaseerde educatieve strategieën met op maat gemaakte gedragsveranderingstechnieken om ervoor te zorgen dat patiënten de kennis, vaardigheden en motivatie krijgen die nodig zijn om zich te houden aan zelfzorgpraktijken voor de voet en het risico op diabetische voetcomplicaties te verminderen. Door educatie te combineren met persoonlijke ondersteuning wil het consortium de resultaten voor patiënten verbeteren en de diabetische voetzorg bevorderen.
Een overzicht van de educatieve inhoud en vragenlijsten die zijn overwogen en ontwikkeld door het consortium vindt u hieronder.